Sneeuwpret

Dit weekend gaat het serieus winter worden in Nederland. Het komt niet vaak meer voor dat heel Nederland in rep en roer is met schaatsen uit het vet en sleetjes van zolder halen. Maar vanaf dit weekend gaat het er dan toch van komen, zo lijkt het. Maar wat betekent dit voor onze vier- of tweevoeters?

Nou, misschien meer dan je denkt. Misschien denk je wel dat onze viervoeters er geen last van hebben omdat zij een dikke vacht hebben? Maar, de meeste viervoeters zijn inmiddels net zo als wij mensen gewend aan de heerlijke temperatuur van onze centrale verwarming of onze open haard. En daar stelt de vacht van onze dieren zich op in.

Dus, wat kun je doen om jouw vier- en/of tweevoeter zo goed mogelijk de aankomende koude periode door te helpen?

Bevriezing

Wanneer je dier te maken krijgt met extreme kou dan reageert het lichaam door automatisch bloed van de perifere delen (de delen ver weg van het centrale deel (het hart) van het lichaam) weg te halen om warm te kunnen blijven. Dit kan ertoe leiden dat zich op de oren, poten maar ook op het puntje van de staart ijskristallen gaan vormen in het weefsel, wat leidt tot weefselschade. Let daarom goed op eventuele veranderingen die je waarneemt. Uiteraard geldt ook hier dat voorkomen beter is dan genezen; bevriezing van lichaamsdelen laat zich niet direct zien en soms, wanneer je het wél waarneemt, kan het al te laat zijn. Ernstige bevriezing van lichaamsdelen kan leiden tot afsterven ervan.

Onderkoeling

Een andere grote zorg in kkkkoude winters is onderkoeling. Wanneer je viervoeter een te lange tijd in de kou doorbrengt of nat wordt in koude temperaturen en vervolgens lang buiten blijft dan kan je viervoeter onderkoeld raken. Denk hierbij ook aan viervoeters met een slechte gezondheid of circulatie en die worden blootgesteld aan koude temperaturen. Bij milde gevallen zul je zien dat het dier begint te bibberen maar wanneer de onderkoeling toeneemt, zal je dier symptomen laten zien extreme vermoeidheid, uitputting en zwakte. Spieren verstijven, hartritme en ademhaling nemen af en je dier zal uiteindelijk niet meer reageren op prikkels. Dit kan een levensbedreigende situatie zijn.

Let daarom goed op je dier de komende dagen! Als het voor jou te koud is om lang buiten te zijn zonder enige vorm van extra dikke kleding, dan is het heel waarschijnlijk ook te koud voor jouw vier- of tweevoeter. Ook al zie je dat jouw hond (ik verwacht dit beeld niet vaak bij katten of kippen te zien ;-)) helemaal uit zijn dak gaat in de sneeuw.

Dus; wil je samen met jouw dier (ook hier denk ik meer aan honden dan aan katten of kippen) genieten van de komende sneeuw, denk dan goed aan het volgende:

Honden

  1. Ook wanneer jouw dier goed in zijn vacht zit, bedenk dan dat de úitstekende delen (de perifere delen) zoals poten, puntje van de staart en oren, niet zo dicht behaard zijn en daarmee gevoelig zijn voor bevriezing.
  2. Vermijd wandelingen in de vroege ochtend of late avond. Beter is het om te wandelen als er nog enige zonnewarmte is. Schijnt de zon niet, kies dan toch voor een moment op de dag dat de temperaturen niet het meest extreem zijn. Wanneer jij weer graag naar binnen wil vanwege de kou, bedenk dan dat jouw viervoeter dat waarschijnlijk ook wil.
  3. Kleine honden of honden met korte poten (koude buik!) zijn gevoeliger voor koude temperaturen dan grote honden. Voor deze kleine honden of honden met een dunne vacht is het goed om te kiezen voor extra bescherming in de vorm van een waterdichte jas. Heeft jouw hond zo’n jasje aan, zorg dan dat je altijd toezicht op hem hebt zodat ie niet met zijn jasje achter een tak kan blijven hangen. Denk ook aan alle honden die uit de warme buitenlanden komen; deze honden zijn niet ‘gebouwd’ op koude winters en zullen we een handje moeten helpen.
  4. Net zoals wij gevoelig zijn voor kloofjes in onze handen in de winterkou, zo geldt dat ook voor onze viervoeters. Groeit er veel haar tussen de tenen dan kan dit leiden tot ijsvorming wanneer je met je hond door de sneeuw wandelt. Wanneer je hond hier last van heeft, dan kan je de haren tussen de tenen kort knippen. Er zijn ook diverse ‘paw waxes’ die de voetkussentjes beschermen. Let er op dat de kussentjes niet té zacht worden hierdoor want dat geeft een extra gevoeligheid voor scherpe steentjes e.d. In plaats van ‘paw wax’ kan je ook kiezen voor uierzalf of voor kokosolie. Neem een beetje hiervan mee als je gaat wandelen voor het geval je hond erg veel last heeft van de sneeuw en kou. Vormen zich toch ijsklonten tussen de zooltjes, trek die er dan niet uit, maar verwarm het ijs tussen je handen of wrijf het voorzichtig in stukjes.
  5. Wanneer de straten bestrooid zijn, let er dan op dat je hond zo veel mogelijk de pekel ontwijkt. Moet hij er toch doorheen lopen, neem de voetzolen dan af met een washand met lauw water zodra je thuis bent. Probeer zo veel mogelijk te voorkomen dat hij de pekel aflikt. Houd er ook rekening mee dat het oplikken van pekel – te veel hiervan oplikken kan echt dodelijk zijn – een negatieve interactie kan hebben met sommige anti-epileptica (kalium-bromide). Ook hier kan je natuurlijk een paw wax (of alternatief) voor gebruiken om te voorkomen dat de pekel in de huid trekt.
  6. Honden vinden anti-vries vaak erg lekker ruiken, het heeft namelijk een zoete geur. Maar het is hartstikke giftig voor ze (geldt voor alle dieren!). Dus goed opletten dat ze hier niets van binnenkrijgen! Een met antivries vergiftigd dier drinkt en plast opeens veel meer, moet overgeven en kan neurologische afwijkingen vertonen zoals spasmes of uitval van spieren.
  7. Zorg ervoor dat je hond niet te veel sneeuw binnenkrijgt (een beetje sneeuw is echt niet erg!). Sommige honden worden helemaal blij van sneeuw en uiten dat onder andere door sneeuw te happen. Dit kan leiden tot buikpijn met diarree en braken. In sommige gevallen kan het zelfs een maagkanteling veroorzaken dus probeer het eten van sneeuw te beperken. Heb je een heel blij ei dat niet te stoppen is, dan zul je de tijd dat hij buiten is moeten beperken.
  8. IJs; jouw hond weet niet of het bevroren water al dik genoeg is om de ijzers onder te binden, dus probeer te voorkomen dat hij over ieder laagje ijs probeert te lopen. Je voorkomt zo dat hij onverhoopt door het ijs zakt en daarnaast voorkom je blessures. Zeker wanneer jouw hond een groot lijf heeft met lange poten, dan kan het uitglijden op ijs leiden tot fikse blessures.

Katten

  1. Voor onze katten geldt dat we ook hier goed moeten opletten of ze niet onderkoeld raken en/of bevroren lichaamsdelen krijgen. Buitenkatten zoeken meestal warme plekken op, dus check voor de zekerheid of er geen kat onder je motorkap is gekropen alvorens je de motor start en wegrijdt.
  2. Gaan jouw katten overdag naar buiten, zorg er dan altijd voor dat ze weer naar binnen kunnen of elders (in de stal b.v.) een plek hebben waar ze warm en droog kunnen liggen.

Kippen

  1. Voor alle dieren geldt dat we ervoor moeten zorgen dat ze schoon drinkwater ter beschikking hebben. Voor paarden en kippen (en alle andere dieren die buiten verblijven) moeten we er op letten dat het water niet bevriest. Je kan b.v. kiezen voor een drinkbakverwarmer. En hoewel ik geen voorstander ben van plastic, zou je er in de winterkou voor kunnen kiezen om metalen drinkbakken te vervangen door eentje van plastic zodat de lellen van kippen niet kunnen vastvriezen aan het metaal. Hout kan natuurlijk ook (beter!) maar is misschien niet meteen voorhanden.
  2. Zet geen warm water voor kippen neer; door de waterdamp kunnen de lellen en kammen bevriezen.
  3. Zorg voor een goede ventilatie van het nachthok. Een slechte ventilatie zorgt ervoor dat het hok klam en vochtig wordt door de lichaamswarmte van de kippen. Dit geeft kans op bevriezing wanneer het nachthok opengaat en er koude lucht in kan stromen.
  4. Je kan ervoor kiezen om het nachthok (tijdelijk) te verkleinen zodat de lichaamswarmte beter benut kan worden of je kan de zijwanden (tijdelijk) isoleren. Zorg dat de ondergrond goed droog is.
  5. Wanneer het erg koud is, verbruiken de kippen meer energie en is het raadzaam om het vetgehalte van het voer te verhogen. Dit doe je door b.v. extra zonnepitten of hennepzaad te voeren. Of voer – wanneer de kou langer aanhoudt – gedroogde insecten of wormen bij.

Konijnen

  1. Konijnen die al een paar maanden (minimaal 3) buiten hebben geleefd, zijn ingesteld op de kou. Je kan ze niet zo maar naar binnen halen omdat hun vacht daar veel te dik voor is geworden en het temperatuurverschil te groot is. Wanneer de temperatuur daalt tot onder de -10 kan je ervoor kiezen om het buitenhok in de schuur te zetten. Let er wel op dat ze daar daglicht hebben.
  2. Gebruik in deze kou geen drinkflesjes maar waterbakjes. Het tuitje van zo’n drinkflesje bevriest namelijk. Gebruik geen warm water: de damp die hier vanaf komt, maakt de konijnenvacht nat en kan tot bevriezing en onderkoeling leiden. Ik ben zelf geen voorstander van een waterverwarmer bij knaagdieren omdat ze deze kapot kunnen knagen.

Paarden

  1. Paarden kunnen beter tegen koude temperaturen dan wij mensen. Maar, let ook hier altijd op het individuele dier. Is je dier niet in goede conditie of is je paard op leeftijd of heeft het een minder dikke vacht, dan zal hij extra bescherming nodig hebben in de vorm van bijvoorbeeld een deken. Ook hier geldt dat je paard moet kunnen schuilen (net zoals in de zomer tegen zonnehitte). Ook jouw paard zal meer energie verbruiken in extreme koude perioden, dus pas de hoeveelheid voer aan.
  2. Let extra op als je paard op ijzers staat. Het risico op ijsvorming en vervolgens blessures is dan groot.

En last but not least: geniet! Ik wens jullie heel veel plezier de komende periode 🙂

Marielle